#48: Het geprikkelde kinderbrein

Het is vroeg, nog donker in mijn slaapkamer. Ze fluistert zacht dat ze écht niet meer kan slapen. Ik druk op het knopje van mijn telefoon en zie dat het tien voor zeven is. “Ga maar naar de woonkamer, maar niet alleen op de iPad hè? Ook televisie kijken!”, hoor ik mijzelf zeggen. Ze mompelt instemmend en verlaat de rand van mijn bed. Zei ik dat nu echt? Dat ze ook televisie moest kijken?

Mijn dochter is verslaafd aan haar tablet, zoals ongeveer alle kinderen tegenwoordig. Ze speelt geen spelletjes op dat ding, ze is verslaafd aan tutorials en vloggers. Wanneer ik mijn YouTube open, vult mijn scherm zich met giechelende tienermeisjes. Ze weet inmiddels hoe je van een servet een cupcake kunt vouwen, hoe je slijm kunt maken en blijkbaar heeft ook haar interesse hoe het voelt in een bad vol waterballonnen plaats te nemen. Niet dat wij een bad hebben overigens.

Een kinderbrein vult zich met de meest wonderlijke vraagstukken en in het geval van mijn kind uit zich dat in bijzondere verbale uitspattingen. Dat doet ze al sinds ze kan praten. Zo stond ik ooit met haar onder de douche, ze was twee jaar oud en ik stond mijn bikinilijn te scheren. Ze vroeg: “Hé mam, heb jij daar een baard?”. Gênant, ik weet het, maar dit was tenminste nog binnenshuis. Een andere keer vertelde ze in de supermarkt dat wij thuis een hele mooie pik hadden. Ik kon de kassajuf geruststellen door uit te leggen dat ze ‘piek’ bedoelde. Bovenop de kerstboom. Mijn oud-collega had echter het mooiste verhaal dat het schaamrood op je kaken tovert. Haar zoon had aan de juf verteld: “Mijn vader heeft een piemel tussen zijn benen en mijn moeder een groen touwtje!” Hilarisch als je de juf bent, maar iets minder wanneer je zo’n quote van je kind in de schoolkrant terug leest.

De ‘waarom’-fase houdt bij ons thuis al jaren aan. Hoewel ik zelf ook leergierig ben en door de loop der jaren best wat algemene kennis heb vergaard, zijn er nu eenmaal lastige vragen waarbij Google ons het antwoord moet geven. Waarom heet het ‘pindakaas’, hoe maak je pepermunt en waarom eten Chinezen met stokjes? Reuze handig om dat een zoekmachine in te mikken en dat dankzij het internet enkele minuten later je honger naar kennis is gestild. Ook oefenen we graag Engels, gaan we naar de bibliotheek en bezoeken geregeld een museum. Ik tracht haar alle kennis die ik in mij heb over te dragen en probeer in mijn beste Jip-en-Janneke een uitleg te geven over alle dingen waar haar knappe koppie zich over verwonderd. Ze vindt het zelfs mijn beste eigenschap, zei ze laatst. Het feit dat ik dingen goed kan uitleggen. Even voel ik mij dan slim, een wandelende encyclopedie (“wat is dat mama?”) en het orakel van Leusden. Totdat ik weer op mijn werk ben en de knappe koppen op kantoor alles begrijpen van de deeltjesversneller, hoe je ‘from scratch’ in je programmeertaal naar keuze software bouwt en zelfs waarom honden hun kop draaien wanneer je tegen ze praat. Welke reden ten grondslag lag aan een politiek debacle en welke chemische reactie er in je lichaam plaatsvindt bij het gebruik van geestverruimende middelen. Ze weten van veel alles. Behalve van giechelende tienermeisjes, daar weten ze niets van.

Eef wel. Ze is fan van meisje-Djamila. Het meisje dat half in Amerika woont en half in Nederland. Met een Amerikaans accent vult ze minutenlang een vlog en probeert in geuren en kleuren uit te leggen hoe toch dat enorm vreemd uitziend Japans snoepje smaakt. Of wanneer ze haar mening geeft over kinderspeelgoed uit ‘the Dollar store’ en welke lipgloss op dit moment populair is op haar highschool.

Eef geniet er met volle teugen van, zo hoor ik aan de schaterlach die ik uit de woonkamer hoor komen. Ik lig nog steeds in bed en draai me nogmaals om. Zei ik dat nou echt? Dat ze ook televisie moest kijken? Onzin. “Don’t date the nerd, be the nerd” is het advies van Mark Zuckerberg. En een nerd word je door heel veel kennis tot je te nemen. Van lipgloss tot deeltjesversneller.

#48_Het geprikkelde kinderbrein

#47: Waar is de chaos?

Het is donderdagavond. De regen tikt tegen mijn raam en in mijn hoofd. De was is opgehangen en in de keuken is niet te zien dat ik zojuist samen met mijn grootste geluk een aflevering van 24Kitchen na heb gespeeld. Zelfs op de glazen douchewand is geen spoor van druppels te bekennen. Ik luister naar de ‘Lazy Sunday’ speellijst op Spotify. Op donderdag…

Ik ben op een moment in mijn leven waarop alles loopt. Mijn kind doet het goed op school, ze heeft na de verhuizing haar aansluiting op haar nieuwe school gevonden. Er dreigt geen faillissement op mijn werk. Ik hoef mijn huis niet uit. Er liggen geen ernstige rekeningen waar ik het benauwd van krijg. Ik heb geen relatiecrisis, want tsja, als je er geen hebt kun je je er ook geen zorgen om maken. Mijn familie is gezond, mijn vrienden gaat het goed. Niemand heeft honger en niemand gaat dood. Mijn fysio heeft aangegeven dat ik nog twee keer hoef te komen, hij verwacht dat we het ergste wel achter de rug hebben.

Die kalmte in mijn hoofd maakt mij nerveus en onrustig. Dit vaarwater is mij vreemd. Geen golven, gewoon stil kabbelend water. Gezien het de afgelopen zeven jaren steeds roeien was met de riemen die ik had, krijg ik stiekem de zenuwen van deze situatie. Stiekem ga ik gewoon het best op stress en adrenaline. Rennen, vliegen, haast en druk.

“Oh, staan er over 10 minuten 1500+ gasten op de stoep en liggen de welkomstpakketten van uw event nog niet op alfabetische volgorde?” Geen probleem, Tam to the rescue.

“Oh, heeft u uw bestelling nog niet gekregen?” Geen probleem. Uw razendsnelle serveerster gooit nog even een koffie onder de machine, terwijl ik een pinapparaat overhandig aan een gast, neem terloops de telefoon op en vraag aan de keuken waar het hoofdgerecht van tafel 8 blijft.

“Oh, heb je een uitje van je werk?” Breng gerust de kids hier hoor, dan flans ik even een pizza-party in elkaar voor het kindergrut, geef de baby tussendoor de fles, tover het campingbedje van zolder en ik heb vast nog wel ergens een slaapzak liggen en anders sjees ik even langs mijn moeder om er één op te halen.

Ik ontspan eens per zoveel maanden in de sauna of trek in een kindloos weekend gewoon een dagje een dekbed over mijn kop. Als het dan maar snel weer hectisch wordt na afloop, anders ben ik niet in mijn element.
Maar sinds echter halverwege oktober mijn bed in een veilige haven staat, merk ik dat dit chaos-gen is ondergedoken. Dat bleek in eerste instantie vooral uit het feit dat er tijdens het door mij zo gehate ochtend ritueel een stuk minder “schiet-op’s” werden uitgesproken en ik koffie kon drinken… Op. De. Bank. Stiekem zijn de drie R-en ‘rust, reinheid en regelmaat’ mijn leven ingeslopen. Waar is de vrouw met de drukke gedachten? Waar is de lichte staat van continu paniek? Hoe slaap ik zonder hoofd vol onmogelijke planningen?

Wellicht is het echt waar dat er na zeven magere jaren, zeven vette jaren volgen. Dus ik moet misschien maar met deze stroom meevaren, want over zeven jaar staat de puberteit op de stoep. En soms kan ik daar stiekem niet op wachten…

#47_Waar is de chaos

#46: Plenty of fish

Genoeg vissen in de zee, op ieder potje past een dekseltje en geen hand vol maar een land vol. Zomaar wat loze kreten die je als vrijgezelle 35-plusser ongevraagd over je heen geworpen krijgt, wanneer blijkt dat je single bent. En omdat alleen ook maar zo alleen is en ik vorig jaar zeer content was met de uitkomst van online daten, besloot ik niet te lang geleden om mijzelf weer op de datingmarkt te gooien.

Ik blies mijn latente Tinder profiel nieuw leven in en nam ‘while at it’ een Happn profiel mee.
Allereerst Tinder, daar is toch wel een beetje het plebs van de vrijgezellen te vinden. Een aantal bekenden koppen kwamen weer voorbij, (ook) zij hadden blijkbaar nog niet de ware gevonden sinds mijn laatste bezoek. Na een paar swipes zag ik eindelijk een leuk, maar bekend gezicht. Het was een van de beste vrienden van mijn ex. Deze vriend had eerder een strikte kilometerzone (zo weet ik toevallig), maar blijkbaar had hij zijn werkgebied uitgebreid nu hij vanuit de Randstad dan nu ook tot hier in het Leusdense werd gesignaleerd. Ik appte uiteraard direct mijn ex en lachend en gierend besloten ‘wij’ om hem een groen hartje te sturen. Tot mijn grote schrik een match. Dat moest een vergissing zijn, want de ex van je vriend is nu eenmaal off limit. Gelukkig dacht hij er net zo over, want de hoeveelheden “sorry, man, ik had haar echt niet herkend” waren uiteindelijk niet aan te slepen.

Tindermannen poseren graag met een dier, zo heb ik gemerkt. Was het eerder nog een verdwaalde karper, tegenwoordig kom je daar niet meer mee weg, het lijkt een onderlinge wedstrijd wie met het meest exotische dier op de foto kan. Mijn oud klasgenoot heeft zich, puur vanuit journalistiek oogpunt, ook verdiept in Tinder en om zijn artikel wat kracht bij te zetten, stuur ik hem alle profielfoto’s met deze trend door. Hij heeft inmiddels een komodo varaan, emoe, krokodil, schildpad, gorilla, boa constrictor en oehoe in zijn mailbox zitten.

Ook had ik inmiddels een profiel op Happn’ opgetuigd, ongeveer gelijktijdig met mijn kerstboom. Deze app houdt je nauwlettend in de gaten en toont de mensen die letterlijk ‘je pad zijn gekruist’. Heel leuk, totdat je bij die enorm schele expat in de lift staat die aldus de app al acht keer je pad heeft gekruist, twee keer had geprobeerd om digitaal je aandacht te trekken en jij hem genadeloos de prullenbak in gooide. Dat maakt de weg naar de vierde verdieping ineens enorm lang en ongemakkelijk. Ik stond op het punt alle digitale cupido’s de deur uit te doen.
Tot ik vandaag las dat 3 januari blijkbaar de allerbeste dag is om online te daten. Een Londens onderzoek had dit uitgewezen en het stond in de Telegraaf, kortom: daar kan geen woord aan gelogen zijn. “Online datingplatforms zoals Tinder en Plenty of Fish zien op de eerste zondag van het nieuwe jaar een enorme piek” zo schreef men. Deze zin trok mijn aandacht omdat ik nog nooit van Plenty of Fish had gehoord. Ik zie mijzelf graag als ‘early adapter’ (ongeveer de enige marketing-term die ik heb onthouden van mijn opleiding) dus downloadde ik direct de applicatie en middels een ‘copy-paste’ van mijn andere profiel kon ik ongestoord rondkijken in deze vijver. Als Tinder de C&A op dating gebied is, dan is dit platform de kledingcontainer waarin ook beschadigd textiel mag worden gedeponeerd. Het vierde bericht dat ik kreeg was letterlijk “Hoi heb jij mis zin in een relatie?”.
Heb jij zin in een relatie? De wanhoop nabij. Nee, het niveau van Plenty of Fish is een hoop kibbeling en weinig kaviaar.

Inmiddels is het half twee, op zondag 3 januari. De meest ideale online date-dag. Ik schat zo in dat ik op dit tijdstip zeker niet de pareltjes uit de zee kan vissen en ach… Eigenlijk is het ook meer tijdverdrijf dan een serieuze zoektocht. Echte liefde hoop ik gewoon tegen het lijf te lopen. Morgen maar eens opletten of ik een leuke kerel met een krokodil onder zijn arm of oehoe op zijn schouder vanuit mijn raam voorbij zie lopen.

#46_Plenty of Fish

#45: Kunst in de Kliko

Het is zaterdagochtend. Ik heb uitgeslapen tot zeker half acht want dochterlief is dit weekend bij haar vader. Het vooruitzicht op lang uitslapen resulteert meestal in opengesperde ogen niet veel later dan normaal. Ik slenter uit bed en zet in de keuken de koffiemachine aan. Haar stiften liggen nog op tafel en berg ze op in haar etui. De stapel vouwblaadjes en half afgemaakte tekeningen leg ik netjes op een stapeltje. Met de krant en een dampende zwarte koffie neem ik naast het stapeltje plaats aan tafel. Ik lees van koppen van de voorpagina en blader wat, zonder dat ik echt iets in mij opneem. Mijn oog valt op haar tekening met een viertal poppetjes. Een grote krullenbol, een mevrouw in een jurk, een meisje in een turnpakje en een klein kindje met een ballon. Onder de figuurtjes staan de namen geschreven. De krullenbol heet ‘papa’ en het meisje in het turnpak heeft met krulletters ‘ik’ onder zich staan. De mevrouw in de jurk en het kleine kindje worden bij naam genoemd. Samen vormen zij vandaag een gezin terwijl ik de krant lees, zo’n 80 kilometer verderop. Ik sta niet op de tekening, want in dit plaatje hoor ik niet thuis.

“Hoe lang zijn je ouders al gescheiden?” vraagt een vriendinnetje eerder die week. Ze geeft geen antwoord. Voor haar is het de normaalste zaak van de wereld dat papa en mama niet in één huis wonen, ze weet ook niet beter. Papa en mama zijn eigenlijk nooit samen geweest.

Natuurlijk was het niet altijd makkelijk om nooit eens iemand ’s nachts een por te kunnen geven en te zeggen “Jouw beurt!” maar eerlijkheidshalve zitten er ook best wat voordelen aan. Een oud collega zei mij ooit dat ze heel tevreden was met haar co-ouderschap, omdat ze dan de helft van de week moeder kon zijn en de andere helft van de week ‘Nicole’. Ik kon mij er niets bij voorstellen. Inmiddels begrijp ik wat ze bedoelde. Om het weekend kan ik uitjes plannen met vriendinnen, naar hartelust uitslapen en wanneer ik mij omdraai nadat ik de kamer heb opgeruimd is deze nog in dezelfde staat als een paar minuten ervoor. Ik beantwoord op zulke dagen slechts de vragen van een caissière of verdwaalde toerist en eet mijn bord leeg zonder bij te houden of mijn zevenjarige tafelgenote dat ook doet. Ik douche zolang ik wil, de huiskamer vult zich niet met nagesynchroniseerde tv-stemmetjes en ik schenk met gerust hart een wijntje teveel in.

De laatste vrijdag voor de vakantie had ze een tas mee naar school moeten nemen en werden alle prullaria van de afgelopen weken ietwat onvoorzichtig de plastic tas in geduwd. Haar broodtrommel had ze er bovenop gegooid en de beker die ònmogelijk kon lekken druppelde restjes appelsap over een gestempelde kerstboom. Die tas staat naast mijn eettafel. Ik kijk naar haar werkjes, sommige zorgvuldig uitgevoerd en andere afgeraffeld omdat ze waarschijnlijk met haar BFF’s wilde spelen. Straks gooi ik ze stuk voor stuk weg. Niet omdat ik ze niet mooi vind of omdat ik er geen ruimte voor heb, maar als ze een beetje op haar moeder lijkt zit ze over 16 jaar niet te wachten op twee verhuisdozen met knutselwerkjes. Natuurlijk heb ik er een aantal bewaard. Natuurlijk siert die ene lelijke kerstknutsel de kerstboom en haar veterstrik-diploma moet ook echt nog boven water te toveren zijn. Ik ken mensen die er foto’s van maken en eens per jaar een album afdrukken, dat lijkt mij ook een goed idee wanneer je daar de discipline voor hebt. Helaas heb ik deze eigenschap niet. 

Na de laatste slok koffie trap ik op het pedaal van de prullenbak en kieper de hele boel erin. De tekening van het gezellige gezin besluit ik op haar bureau te leggen. De komende twee dagen beheer alleen ik mijn eigen agenda. Ik heb nog weinig plannen, maar één ding weet ik zeker. Morgenmiddag sta ik een uur voordat ze thuis komt al uit het raam te kijken en de minuten af te tellen. Wat ik vooral doe in de weekenden zonder haar? Haar missen, voornamelijk haar missen.  

#45_Kunst in de Kliko

#44: Ik moet gewoon normaal doen

Een vader op een longboard racet mij voorbij op het schoolplein. Hij draagt een korte broek in december en zijn twee kinderen, een jongen en een meisje, volgen in zijn kielzog op hun eigen skateboard. Hij ‘parkeert’ zijn board in de fietsenstalling en loopt met zijn kinderen richting de ingang van de school. Zijn enorme rugzak doet vermoeden dat hij straks terloops nog van plan is om te gaan parachutespringen.

Ik probeer ook een hippe moeder te zijn voor mijn dochter. Ik maak grapjes tegen haar vriendinnen, paai ze zo nu en dan eens met een bioscoopbezoekje of met een patatje midden in de week. Mijn humor werd altijd erg door mijn smurfin gewaardeerd. Thuis wordt er nog hartelijk om mijn typetjes gelachen en moeten vaste grapjes steevast worden herhaald. Zo verbaasde één van mijn lievelingstypetjes met Limburgs accent zich afgelopen week over het fenomeen ‘pepernoten strooien’. Het Limburgse vrouwtje snapte en niets van: “Ik gooi toch ook niet de spaghetti om 18:00 uur over de eettafel?” Tranen over haar wangen. Languit over de achterbank. “Mama, wil je het nog eens doen?” Even later haalden we haar vriendinnetje op, ze stapte bij ons in de auto. Ik heette haar in Limburgs accent welkom, maar zag aan de blikken van dochterlief in mijn binnenspiegel dat ik daar direct weer mee moest ophouden. Ze wordt groot, ik moet ‘normaal’ doen.

Als ‘alleenstaande moeder’ heb ik vaak gehoopt dat ze een beetje groter was. Zelf haar veters zou kunnen strikken bijvoorbeeld en dat ze haar eigen ontbijt kon klaarmaken. Hoe ik dan met haar in een restaurant zou kunnen gaan zitten eten zonder dat er een arsenaal aan speelgoed mee zou moeten gesleept om haar bezig te houden. Gisteravond bedacht ik me dat we eigenlijk nog helemaal geen plannen hebben gemaakt voor de kerst. Eigenlijk lijkt het mij wel eens leuk om alleen met haar te gaan uit eten. Een tafeltje voor twee, kaarslichtje erbij. Een appelsap voor haar en een goed glas wijn voor mij. Stokbroodje kruidenboter, kletsen over school en lekker uitgebreid eten. Maar ik bedacht me bij dat laatste punt. Op zich ben ik tot nu toe best tevreden over het resultaat van mijn opvoeding, maar dat eten blijft een dingetje. Kokhalzen bij een stukje prei in haar tomatensoep, ze blieft alleen maar Hollandse pot en kraamt een theatraal “Nee, dit lust ik écht niet, ik krijg er zelfs kippenvel van” uit. Blijkbaar heeft ze het typetjes spelen ook van haar moeder overgenomen.

Ik volg haar over het schoolplein en de trap op. In de gang zet ik haar broodtrommel op de plank. Wanneer ik mij omdraai, loopt ze de klas al in. Op het digibord ‘knappert’ een haardvuur. Ik loop er langs en warm mijn handen zogenaamd aan het vuur op scherm. Ik wrijf net zo lang in mijn handen tot ze het ziet. Ze schaterlacht en doet mij na. Daar staan we: twee gekke typetjes, het maakt even niet uit wat de rest van de klas ervan vindt. Op dat moment besluit ik dat een kerstdiner voor twee in een goed restaurant nog niet zo’n slecht idee is. Ze zullen toch ergens wel frikandellen serveren?

#44_ik moet gewoon normaal doen

#43: Ouderdom komt met gebreken

Wat ongemakkelijk loop ik langs hem heen zijn kamer binnen. Ik weet niet of ik hem weer een hand moet schudden, ik besluit het niet te doen. We kennen elkaar inmiddels een beetje en die formaliteiten kunnen wat mij betreft achterwege blijven.
“Sorry dat mijn haar nog zo nat is”, zeg ik tegen hem. Het is woensdagochtend, negen uur. “Ik gokte dat je mij liever fris en gedoucht ontvangt dan met geföhnde haren.” Hij lacht. Ik vraag hem hoe het met hem gaat en hij antwoordt dat alles ‘prima’ is. Hij stelt mij dezelfde vraag, want (laten we eerlijk zijn) het draait hier natuurlijk om mij. Niet veel later verlossen zijn getrainde handen mij van de spanningen in mijn nek. Hij vertelt over zijn vrouw en dat ook zij een auto-ongeluk heeft gehad.

Ook mijn oma loopt bij de fysio. Haar lichaam doet al tijden niet wat zij graag wil en nu ze weer veel last aan haar knie heeft komt haar fysio bij haar op bezoek. Dat lijkt mij overigens ook wel lekker, mijn fysio aan huis. Als mijn negentigjarige oma zit voelt ze zich nog zeventig, zegt ze altijd.
Ouderdom komt met gebreken.
Inmiddels beginnen mijn gebreken ook langzaam maar zeker naar de oppervlakte te drijven. Als vrouw met de dubbele leeftijd van 18 1/2 jaar, voel ik mij momenteel meer als een halve 74-jarige. Zo ben ik een graag geziene gast bij de hoortoestellenwinkel, zie ik weinig meer zonder mijn visuele hulpmiddel en ook schijn ik artrose in mijn nek te hebben. Wellicht is zelfs mijn vergeetachtigheid het begin van dementie.
Afgelopen weekend ging ik twee keer te laat naar bed en vier dagen later ben ik hier nog steeds niet van hersteld. Ik sliep in twee verschillende ‘vreemde’ bedden. Het eerste bed leek rechtstreeks uit een verzorgingsflat te komen want het kon met de afstandbediening als een soort tosti-ijzer dubbel vouwen. Makkelijk als je vermoeide benen hebt. Het behoort mijn grote vriend toe. Na een avondje film en twee drankjes in de stad nestelden wij ons als twee bejaarden met een kat tussen ons in onder het dikke dikbed. Nog voor we goed en wel ‘welterusten’ konden zeggen waren we al in slaap gevallen.
Het bed waar ik een nacht later in lag is van mijn liefste vriendin. We zoeken altijd een excuus om iets te vieren en alsof haar verjaardag niet genoeg was haalden we ook aan dat wij dit jaar twintig jaar vriendinnen zijn. Twintig jaar. Dat vond ik vroeger al een respectabele leeftijd, nu lijkt het een kortstondige periode die aan ons voorbij is gevlogen. We halen zoals gewoonlijk weer alle sterke verhalen uit de kast als we eindelijk op bed liggen. Maar inmiddels wordt de lijst te lang en vallen we in slaap voordat we fatsoenlijk ‘welterusten’ hebben gezegd.

“Kleed je maar weer aan”, zegt mijn fysio. Mijn hoofd zit weer wat soepeler op mijn romp en in ieder geval vandaag voel ik mij weer even alsof ik vierentwintig ben. Ik bedank hem, geef weer geen hand en wandel de behandelkamer uit. De gangen door, op weg naar mijn piepjonge collega’s en stagiair die waarschijnlijk niet eens weet wat een lolo-bal is. Met mijn hoortoestel hoor ik duidelijk Justin Bieber door de speakers. Zou hij eigenlijk al zindelijk zijn?

#43_Ouderdom komt met gebreken

#42: De leuke-dingen-papa

Het is zondagochtend, vijf voor elf. De dame van de receptie staat met een klant in een soort snoepautomaat te gluren. Ik hoor haar uitleggen dat maat M ook echt valt als M dus dat je écht je eigen maat moet kiezen. Het meisje van een jaar of tien zegt dat zij wel een badpak bij zich heeft, maar dat het gaat om een zwembroek voor haar vader. Bij het zien van de enkel kleine Speedo’s in de machine, liegt de vader overduidelijk dat hij misschien de vorige keer zijn zwembroek is verloren en vraagt of hij even tussen de gevonden voorwerpen mocht kijken.

Wanneer je op zondagochtend naar het zwembad gaat, pik je ze er zo tussenuit. De weekendpapa’s die genieten van de spaarzame tijd met hun kids en ‘leuke dingen’ met ze gaan doen. Mijn dochter heeft ook een leuke-dingen-papa en komt altijd met verhalen van restaurantjes, dierentuinen en andere uitstapjes terug. In het begin had ik er moeite mee: zelf kritisch te moeten zijn in mijn uitgave patroon en dat bij papa ‘alles’ altijd kon. Inmiddels weet ik dat zo’n gedachte meer mijn jaloezie is en dat het plezier en geluk van mijn dochter daarboven staat.

De leuke-dingen-papa van de zwembroekenautomaat zie ik even later in een verschoten short langs de kant staan. Zijn dochter speelt op een van de drijfplanken. Een tweetal andere papa’s hangt samen aan de rand van het bad, net naast de duikplank. Ook zij houden hun kroost in de gaten en kletsen bij. Ik vraag mij af of zij ook niet al teveel jaren geleden, op zondagochtend wakker werden met een kloppend hoofd, een droge mond en het gevoel dat de wereld verging. Dat het allerergste dat men ze op dat moment kon aandoen zou zijn om ze in een lawaaierig zwemparadijs met chloordampen plaats te laten nemen.

Ouder worden. Ik heb geen problemen met mijn leeftijd of mijn veranderende gezicht.

Ik sta aan de rand van het zwembad. Waar vroeger werd geflirt in de kroeg op zaterdagavond, vang ik nu een paar glimlachjes van leuke-dingen-papa’s. Mijn broer, een rasechte in hart en nieren papa, gooit zijn zoon meters hoog in de lucht. Mijn neefje giert het uit en ook mijn dochter wordt door haar leuke-dingen-oom gelanceerd. Mijn broer geeft ook niets om ouder worden. Wij blijven zelf ook graag kind. Hij klimt weer op de kant en om beurten showen we trucjes aan onze kinderen. Ik ben trots dat het achterover duiken vlekkeloos lukt en ik niet plat op mijn rug de aandacht van de nog steeds aan de rand hangende papa’s trek. Daarna volgt een bommetje van mijn broer. Hij snoekduikt vervolgens van de duikplank. Met mijn dochter klim ik op de opblaasbare hindernisbaan en wanneer zij bij de eerste hindernis sneuvelt, twijfel ik niet en ga zelf verder, vastbesloten de eindstreep te halen. Wat overigens niet lukt, door toedoen van een kind dat mijn weg blokkeerde. Ietwat geïrriteerd hierdoor ga ik met mijn schoonzus van de glijbaan. Twee keer.

Ouder worden, het gaat gepaard met rimpels en met andere zondagochtend taferelen, maar het is het leukst als je zelf zo lang mogelijk probeert kind te blijven.

Het is zondagavond. “Mag ik papa en mama even bellen?” vraagt ze. Nog steeds slaat mijn hart een slagje over als ik haar dat hoor zeggen. Mijn dochter videochat met haar zusje en haar papa. Ze zingen Sinterklaasliedjes en trekken gekke bekken. Er wordt keihard gelachen en er worden ‘ik hou van jou’s’ met piepstemmetjes uitgewisseld. Ik luister van achter mijn laptop mee en besef hoe blij ik ben dat haar leuke-dingen-papa ook een leuke-dingen-zusje en leuke-dingen-bonusmoeder voor mijn dochter heeft geregeld…

#42_leuke dingen papa

#41: Lief zijn…

Het is dinsdagavond, tien voor half acht.
Ik stel mij voor aan de juf die tegenover mij plaats neemt op het te kleine stoeltje. Ze heeft met de andere juffen overlegd, zo begint ze. Zelf is ze net weer begonnen na haar zwangerschapsverlof en eigenlijk kennen we elkaar nog niet zo goed.
Er volgt een lofzang over mijn kleine spruit die klaarblijkelijk goed haar draai in de klas heeft gevonden. Sociaal en slim, tikje onzeker gevoed door haar perfectionisme. Netjes in de pas lopend. Precies hoe ik haar ken.

Ze staan eerder die middag op het balkon. Ik probeer te werken, mijn werkgever vindt het goed dat ik haar soms van school haal en thuis nog achter de laptop kruip.
“Meneer! Meneer!! Hey! Me-neeeeer!” De dames zwaaien druk en lachen. Ik kijk op en aanschouw dit vrolijke tafereel. Ze doen een hand-klap-spelletje en zingen over een vrouw die is vermoord aan een gordijnenkoord. Ik zing vanzelf met ze mee en verbaas me dat er na 25 jaar nog dezelfde liedjes worden gezongen.
Even later komen ze binnen, ze giechelen. “We hebben een man bijna op zijn hoofd getuft”, zegt mijn dochter lachend. Mijn gezicht slaat om naar standje onweer. Het kan mij niet schelen dat haar klasgenootje deelgenoot is van mijn tirade. Of ze wel helemaal lekker bij haar hoofd is… En of ze soms is vergeten hoe ze zich netjes moet gedragen… Ze schrikt ervan. Ik verklaar het balkon ‘off limit’ en de dames trekken zich licht aangeslagen terug op de slaapkamer.

Vorig jaar had mijn dochter moeite zich aan te passen aan het drukke gezin waar ze ineens onderdeel van uitmaakte. Ik heb dan wel altijd een groot en druk gezin gewild en ik had zodoende geen problemen met de drukke kinderen van mijn ex. Zij wel. Ze sneeuwde wat onder en ik vertelde haar dat ze meer voor zichzelf moest opkomen. Dat ze niet altijd aardig hoefde te zijn. Een paar weken later zag ik haar een van de voordringende kinderen aan de kant duwen en haar plaats verdedigen. In de auto sprak ik haar hierop aan. Ze keek me verschrikt aan, ze verwachtte een uitbrander vanwege haar onaardige gedrag. Ze haalde zichtbaar opgelucht adem toen ik haar in plaats daarvan vertelde dat ik trots op haar was. “Je kunt niet altijd aardig zijn.” Het is een uitspraak die ik doe, maar waar ik zelf niet achter sta. Voor jezelf opkomen is aardig zijn voor jezelf.

Het kleine stoeltje zit ongemakkelijk en mijn koffie die ik beneden in de hal uit een thermoskan haalde is op. De juf jubelt nog over spellingsniveaus en rekenvaardigheden. Ik zie de volgende ouders ongeduldig over de gang ijsberen. De juf rondt af met: “Ze is vooral echt heel aardig voor iedereen!”, zegt de juf. Dat klopt. Behalve dan voor de meneer die net op het verkeerde moment onder ons balkonnetje door liep.

Vrijdagavond, heel laat. Het kan ook zaterdagochtend zijn. Mijn flirt, die zich inmiddels tot date heeft opgewerkt, voelt zich niet zo lekker. Ik zet thee met honing, ik voeder hem aspirientjes en vraag veertien keer of ik nog iets voor hem kan doen. Zo aardig ben ik. Dikwijls kreeg ik het advies om wat minder aardig te zijn. “Je moet echt een keer een bitch worden”, zo luidde het advies van een goede vriend. Maar het tegen mijn gevoel in onaardig en moeilijk doen, dat krijg ik niet voor elkaar. Dat af en toe ‘even goed ruzie maken’ heb ik ook totaal niet onder de knie. Ik heb het amper geprobeerd. Ik heb simpelweg besloten om altijd aardig voor mijzelf te zijn. En ik word toevallig heel blij van het zetten van honingthee.

Op zondagavond lees ik de krant die ik zaterdag niet uit mijn brievenbus had gehaald. Ik blader wat, maar ik sla niets op. Ik wil het allemaal niet zien. Laten we toch in vredesnaam gewoon een beetje aardiger voor elkaar zijn…

#41_Lief zijn

 

#40: Twee verschillende sokken

Het is dinsdagochtend, nog geen acht uur. Onder het balkon van mijn nieuwe appartement is de markt al opgebouwd. Ik slenter met mijn meisje langs de kramen. Met gepaste tegenzin. Vroeg opstaan is niet echt aan haar besteed. We zijn op weg naar de knutselkraam. Voor ouwe oma. Kerst komt er weer aan en ook dit jaar wil oma de hele familie fijne feestdagen wensen middels een zelf geknutselde kaart. Met de precisie van een medewerker van de explosieve opruimingsdienst, knipt oma de figuurtjes uit de vellen en plakt ze op karton. En die vellen koop je alleen op de markt, in mijn dorp.

Een dorp inderdaad. Sinds een maand woon ik daar. Het is voor iedereen even wennen. De (voor mij) nieuwe moeders op het schoolplein zijn bijvoorbeeld verbaasd dat ik zó ver van school woon waardoor ik mijn dochter an-der-halve kilometer ver met de auto naar school breng. Op haar oude school wisten de mede-mama’s van mijn sjees-praktijken en dat ik dagelijks van wijk X naar wijk Y reed om vervolgens een paar steden verderop te gaan werken.
Op mijn oude schoolplein strooide ik mijn ‘goedemorgen’s’ vrolijk in het rond. Nu zoek ik naar de enkele gezichten die ik inmiddels ken. Hoewel het dorp vele malen kleiner is dan mijn oude woonplaats is de school fors groter. Wel een paar honderd leerlingen wringen zich door de deuren wanneer de conciërge om kwart over acht de deuren opent.

In de auto op weg naar school, met de knipvellen op de achterbank vroeg ze: “Mam? Mag ik vandaag eindelijk met Eeke spelen? Ze vraagt het steeds al.” Ik ben blij dat ze haar draai heeft gevonden in de klas en met haar huidige status van populariteit. Ik vraag haar of ze weet hoe de moeder van Eeke eruit ziet. We hebben allebei geen idee.
We moeten ook allebei nog wennen aan de school in deze keurige wijk.
Ik loop achter een meisje met een onberispelijke vlecht. Ik vraag me af hoe vroeg haar moeder is opgestaan. Of dit meisje ook steen en been klaagt wanneer haar haren worden geborsteld. Haar blauwe laarsjes zijn volgens de richtlijnen van de schoenenwinkel ingespoten zo lijkt het, want de druppels regen lopen er vanzelf af.
Ik kijk naar mijn dochter. Vandaag wilde ze haar haar los, het ziet er niet uit. Haar cowboylaarsjes zijn na een maand al een paar versieringen kwijt. Zelfs in dit weer wilde ze haar zomerjas aan. Ik laat haar, wees maar lekker wie je bent. Ook haar aanhoudende liefde voor twee verschillende sokken, maakt haar juist tot wie ze is.

Het is even na vijven, de moeder van Eeke staat in mijn gang. Handjes schudden, voorstellen, “wat woon je hier leuk”. De kinderen rennen over de brandtrap, Eeke gilt dat ze ook in een flat wil wonen. Ik mis mijn moeders van de oude school. Hoe ze vroegen of ik zin had in een borrel tijdens de kinderoverdracht.
“Kom je de volgende keer bij ons spelen?”, vraagt de moeder met de naam die ik zojuist weer ben vergeten beleefd.
En terwijl mijn dochter knikt, gilt Eeke dat ze voortaan altijd bij ons wil spelen omdat niemand anders van de klas een flat heeft.
We zwaaien gedag en lopen terug naar binnen. De twee verschillende natte sokken laten hun sporen na door de gang. Ik ga mezelf maar eens een borrel inschenken.

#40_Twee verschillende sokken

#39: Zondag, pyjamadag.

Het is zondagmiddag, pyjamadag. Mijn dochter en ik besluiten de hele dag binnen te blijven. Zelfs het bericht dat een vriendin diezelfde middag niet op bezoek kan komen, stelt ons niet teleur. Vandaag is van haar en mij.

Vrijdag mocht ze opblijven om de finale van K3 zoekt K3 te kijken. Met chips, sap en met de kaarsjes aan hadden wij ons voor de tv gesetteld. Niet dat we ook maar ooit een eerdere uitzending hadden gezien overigens. De eerste liedjes werden nog enthousiast door ons meegezongen, maar het volgende dat ik mij herinner is dat ik om half twaalf wakker schrok op de bank en het slapende hoopje van de vloer viste en naar bed bracht. We wisten allebei niet wie er had gewonnen.

Zelf is mijn kleine diva ook altijd graag in beeld, ook dat heeft ze niet van een vreemde. Ik herinner mij een video 8 filmpje van een kersttafereeltje bij de familie. Mijn broer en ik zijn voor de kerstboom gepositioneerd en zingen op commando ‘Oh dennenboom’, dat toen overigens nog gewoon zonder tussen ’n’ mocht worden gezongen. Tenminste, ik zong en mijn broer sierde het beeld door er chagrijnig naast te zitten. De cameraman, ik denk mijn vader, neemt dan ‘de grote mensen’ in beeld en ik besef op dat moment dat ik niet meer het middelpunt van de belangstelling ben. Het in beeld springende kruintje van blonde haren is nog jarenlang onderwerp van gesprek geweest op de daaropvolgende kerstvieringen.

Aandacht. Ik kan er werkelijk slecht zonder en blijkbaar heb ik ook deze eigenschap vol verve aan mijn nageslacht doorgegeven. Met haar koptelefoon aangesloten op haar iPad hoor ik haar zo vals een kraai ‘Hello’ van Adele mee blèren, want ze moet oefenen voor haar optreden op het verjaardagsfeestje van haar beste vriendin. Helaas heeft ze ook mijn zangkwaliteiten.

Ondertussen heeft een flirt, die deze hele pyjamadag al aandacht van mij krijgt, mijn online profiel gevonden. Ik krijg een complimentje over mijn Bert en Ernie imitatie, een dubsmash video van zowel mijn kleine aandachtstrekker als mijzelf. Mijn gevoel van schaamte verdwijnt als hij zegt dat hij er hartelijk om heeft gelachen en hij mij geruststelt dat het beeld van mij met een banaan in mijn oor hem niet gillend zal doen wegrennen. Ik glimlach en geniet de rest van deze druilerige herfstdag van zijn aandacht. In pyjama, luisterend naar de zoveelste valse uithaal in gebrekkig Engels. Haar kleine blonde kruintje steekt nog net boven de bank uit.

#39_Zondag pyjamadag