“Heb je je haar geverfd?”, vraagt mijn broer. Nu moet je weten dat dit zeer ongebruikelijk is uit zijn mond. Het is niet ondenkbaar om met geamputeerde arm voor hem te verschijnen en hij hier geen enkele notie van neemt. Het is een bijzonder schepsel, die broer van mij.
Zoals alle opgroeiende broers en zussen hadden wij verschillende interesses en leefden wij gebroederlijk langs elkaar heen. Tijdens vakanties kwam altijd de gedeelde liefde voor het water en lagen wij 2 weken met duikbril in het zwembad of in de zee, om vervolgens in ons kleine okergele tentje te kruipen. Twee weken waren wij één. En bij thuiskomst kroop hij weer achter zijn Nintendo en danste ik Madonna met een borstel in mijn hand. Niets bijzonders.
Nee, het was de pubertijd dat onze afzonderlijke karakters boven kwamen borrelen. Ik wilde graag gaan stappen, maar aangezien hij ook nog niet ging, werd mij de toegang tot het nachtleven ook nog even ontzegd. Ik stond op de hoek van het schoolplein met mijn populaire vriendinnetjes heel stoer sigaretjes te roken, waar ik volgens mij broer groen van kleurde. Hij wandelde rondjes om de school met zijn mede nerd-vriend, die beiden een gave hadden om de meest onooglijke schoenen te dragen. En hoewel ik mij toen wel eens voor hem schaamde, met zijn witte sportsokken en degelijke schooltas, zo hoop ik nu dat mijn dochter straks ook sterk genoeg in haar schoenen staat om eigen keuzes te maken. Met als verschil dat ik er wel voor zorg dat die schoenen dat iets modieuzer zijn uiteraard.
Maar ik heb inderdaad mijn haar geverfd. De broodnodige metamorfose om een nieuw tijdperk van mijn leven in te luiden. Ik ben dus afgelopen week 36 geworden. Nog nooit heb ik mij iets van mijn leeftijd aangetrokken. Maar deze zit mij niet helemaal lekker. De grote 4-0 komt toch langzaam dichterbij en die leuke kerel is zojuist weer met de noorderzon vertrokken. Mijn angstbeeld van vergrijsd kattenvrouwtje schiet door mijn hoofd. Ook herinner ik in een flits het vrouwtje dat altijd op de Langegracht de duiven voerde. Ik vraag mij af of ik proefondervindelijk gaan uitvinden wat de vreemde term ‘ouwe vrijster’ nou eigenlijk inhoudt.
Maar die gedachten zijn op slag verdwenen wanneer ik langs een spiegel loop en ik tevreden ben met het resultaat. Bij verandering in je leven zit er niets anders op: je verft je haar. Zodanig dat het zelfs je broer opvalt.