“Stom nieuws, schatje. We zijn uit elkaar. Wilde het alleen zeggen. Geen zin om te praten. Spreek je vast gauw. x”
Ik las zijn sms, het was een dinsdagavond, laat op de avond en laat in maart.
Liefdesverdriet is het stomst van alles. Na een paar dagen sprak ik hem en zei ik dat het echt allemaal goed zou komen. Precies wat je op dat moment niet wil horen en niet gelooft, maar wat ontzettend waar is.
Ik vind zijn ex erg leuk, ondanks dat ik haar nog nooit heb gesproken. We hebben wel eens naar elkaar gezwaaid, zij aan de ene kant van de straat en ik aan de overkant. Tussen ons dranghekken en marathonlopers. De reden dat ik haar vooral erg leuk vind, is omdat ze het heeft uitgemaakt. Dat klinkt natuurlijk erg vreemd, want ik gun mijn vriendje natuurlijk een leuk liefdesleven, zo’n aardige ex ben ik nu eenmaal.
Inderdaad, we hebben het over mijn ex. Met dat zij het met hem uitmaakte, kreeg ik hem terug. Niet als potentieel-liefdesleven-metgezel, maar heteroseksuele mannelijke girlfriend. En niet dat het van haar niet mocht, maar toch voelt het zo. Dat we weer ongegeneerd anderhalf uur kunnen bellen op een doordeweekse avond. Liefst maandag of dinsdag, want dat zijn stomme dagen. Ik ben gek op hem, op een platonische manier. Hij maakt altijd lawaai en is op zijn zacht gezegd een aanwezig type. Zijn lach wordt straten verderop gehoord en dat is hilarisch. Heel. Althans, dat vind ik nu. Destijds vond ik dat stom.
Exen.
Is het raar om vrienden te blijven? – Nee.
Is het nodig dat je maar blijft herhalen tegen de rest van de wereld dat er niets meer van de romance over is? – Nee.
Moet je zodra je besluit niet sámen oud te worden ook direct alle contacten verbreken? -Nee.
Zou ik het ook zo leuk vinden als mijn vriend uit eten gaat met zijn ex? – Nee.
Is dat eerlijk? – Nee.
Het gaat inmiddels écht beter met hem. Ik geniet van verhalen over dates en flirts. Hij belt direct nadat hij voor het eerst met haar is gaan lunchen op. Hij stuurt mij foto’s van haar. Ik ben blij dat ik hem weer terug heb.
Sinds ik bijna een jaar geleden verliefd werd op de leukste, spreek ik een andere ex veel minder. Hij was als mijn grote broer. Als ik een probleem had, iets moest weten of lenen hing ik bij hem aan de bel. Op zaterdag dronken we koffie en zijn kinderen speelden met die van mij. Soms kwam zijn vriendin ook mee. In het begin had ze wat vreemd tegen onze band aangekeken, maar hij zegt haar te hebben verteld dat ik nu eenmaal ‘part of the deal’ was: een vriendschap die ook na een lange relatie stand bleef houden.
Of zij dat destijds leuk vond? – Vast niet.
Is het eerlijk dat ik hem nu nog zelden contact? – Vast niet.
Zou zij het erg vervelend vinden dat ik hem nooit meer bel? – Vast niet.
Ik zie een foto van een vriendinnetje op social media. Zij staat er vrolijk lachend op, naast haar vriend en naast haar ex. Ik lach er om. Haar ex is ook mijn ex. Vind ik leuk.