Vrijdagochtend. Het belooft een zonovergoten dag te worden. Ik sta te strijken. Zelfs de onderbroeken. Prachtige stapeltjes en vooraf gecombineerde setjes. Waterpas liggen ze op de vensterbank. Klaar om dé vakantietas in te gaan. Niet mijn vakantietas overigens, die van haar. Normaliter strijk ik natuurlijk geen onderbroeken, frommel ik ook de hemden linea recta de la met ondergoed in, maar ik laat ze aan ‘de andere kant’ graag geloven dat ik een onberispelijk georganiseerde machine ben.
De deurbel. 09:10 uur. Ik open de deur voor de knappe Eneco meneer die 50 minuten te vroeg de nieuwe energiemeter komt plaatsen. Direct heb ik spijt van mijn niet zo onberispelijke uiterlijk en werp snel een blik in de spiegel als ik koffie voor hem zet. De mascara van gisteren laat zich gelukkig gemakkelijk wegvegen dus de donkere kringen onder mijn ogen verdwijnen als sneeuw voor de zomerse zon.
“Wil je er iets in?” roep ik. Hij wil een beetje melk. Gelukkig heb ik onlangs een feestje gegeven waarbij iedereen moest denken dat ik enorm onberispelijk en georganiseerd was, dus heb ik zowaar een melkcupje in huis waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum nog niet is overschreden. Als ik hem zijn koffie breng, zie ik zijn helm in de gang liggen. Ik grap “zo, je bent goed voorbereid” en hij overtreft mij met zijn “jaja, ik ken je nog niet zo lang”. Ik lach en passeer hem om boven de zwemtas voor vanmiddag in te pakken. Ik gooi een paar handdoeken in een tas. Ze passen niet bij elkaar. Mijn slippers matchen niet met mijn outfit en mijn haar is ongekamd. Dat is vandaag niet belangrijk. Vandaag geniet ik met haar van de zon, het zwembad en van elkaars gezelschap. Nog even samen voordat ze met haar keurige georganiseerde tas, haar niet zo onberispelijke moeder voor twee weken verlaat.
Fijne vakantie allermooiste, maak er maar een gezellige bende van.