Het is vroeg, nog donker in mijn slaapkamer. Ze fluistert zacht dat ze écht niet meer kan slapen. Ik druk op het knopje van mijn telefoon en zie dat het tien voor zeven is. “Ga maar naar de woonkamer, maar niet alleen op de iPad hè? Ook televisie kijken!”, hoor ik mijzelf zeggen. Ze mompelt instemmend en verlaat de rand van mijn bed. Zei ik dat nu echt? Dat ze ook televisie moest kijken?
Mijn dochter is verslaafd aan haar tablet, zoals ongeveer alle kinderen tegenwoordig. Ze speelt geen spelletjes op dat ding, ze is verslaafd aan tutorials en vloggers. Wanneer ik mijn YouTube open, vult mijn scherm zich met giechelende tienermeisjes. Ze weet inmiddels hoe je van een servet een cupcake kunt vouwen, hoe je slijm kunt maken en blijkbaar heeft ook haar interesse hoe het voelt in een bad vol waterballonnen plaats te nemen. Niet dat wij een bad hebben overigens.
Een kinderbrein vult zich met de meest wonderlijke vraagstukken en in het geval van mijn kind uit zich dat in bijzondere verbale uitspattingen. Dat doet ze al sinds ze kan praten. Zo stond ik ooit met haar onder de douche, ze was twee jaar oud en ik stond mijn bikinilijn te scheren. Ze vroeg: “Hé mam, heb jij daar een baard?”. Gênant, ik weet het, maar dit was tenminste nog binnenshuis. Een andere keer vertelde ze in de supermarkt dat wij thuis een hele mooie pik hadden. Ik kon de kassajuf geruststellen door uit te leggen dat ze ‘piek’ bedoelde. Bovenop de kerstboom. Mijn oud-collega had echter het mooiste verhaal dat het schaamrood op je kaken tovert. Haar zoon had aan de juf verteld: “Mijn vader heeft een piemel tussen zijn benen en mijn moeder een groen touwtje!” Hilarisch als je de juf bent, maar iets minder wanneer je zo’n quote van je kind in de schoolkrant terug leest.
De ‘waarom’-fase houdt bij ons thuis al jaren aan. Hoewel ik zelf ook leergierig ben en door de loop der jaren best wat algemene kennis heb vergaard, zijn er nu eenmaal lastige vragen waarbij Google ons het antwoord moet geven. Waarom heet het ‘pindakaas’, hoe maak je pepermunt en waarom eten Chinezen met stokjes? Reuze handig om dat een zoekmachine in te mikken en dat dankzij het internet enkele minuten later je honger naar kennis is gestild. Ook oefenen we graag Engels, gaan we naar de bibliotheek en bezoeken geregeld een museum. Ik tracht haar alle kennis die ik in mij heb over te dragen en probeer in mijn beste Jip-en-Janneke een uitleg te geven over alle dingen waar haar knappe koppie zich over verwonderd. Ze vindt het zelfs mijn beste eigenschap, zei ze laatst. Het feit dat ik dingen goed kan uitleggen. Even voel ik mij dan slim, een wandelende encyclopedie (“wat is dat mama?”) en het orakel van Leusden. Totdat ik weer op mijn werk ben en de knappe koppen op kantoor alles begrijpen van de deeltjesversneller, hoe je ‘from scratch’ in je programmeertaal naar keuze software bouwt en zelfs waarom honden hun kop draaien wanneer je tegen ze praat. Welke reden ten grondslag lag aan een politiek debacle en welke chemische reactie er in je lichaam plaatsvindt bij het gebruik van geestverruimende middelen. Ze weten van veel alles. Behalve van giechelende tienermeisjes, daar weten ze niets van.
Eef wel. Ze is fan van meisje-Djamila. Het meisje dat half in Amerika woont en half in Nederland. Met een Amerikaans accent vult ze minutenlang een vlog en probeert in geuren en kleuren uit te leggen hoe toch dat enorm vreemd uitziend Japans snoepje smaakt. Of wanneer ze haar mening geeft over kinderspeelgoed uit ‘the Dollar store’ en welke lipgloss op dit moment populair is op haar highschool.
Eef geniet er met volle teugen van, zo hoor ik aan de schaterlach die ik uit de woonkamer hoor komen. Ik lig nog steeds in bed en draai me nogmaals om. Zei ik dat nou echt? Dat ze ook televisie moest kijken? Onzin. “Don’t date the nerd, be the nerd” is het advies van Mark Zuckerberg. En een nerd word je door heel veel kennis tot je te nemen. Van lipgloss tot deeltjesversneller.