Het is dinsdagmorgen, iets voor negen. Ik geniet van het uitzicht aan de overkant van de snelweg. De weilanden met dauw bedekt, de knotwilgen om beurten gesnoeid langs de sloot. Een houten hek, scheef en verzakt. In de verte een toren van een kerk, de contouren van een boerderij. En voor dat alles langs flitsen de auto’s in hoog tempo voorbij alle pracht en eenvoud van dit landschap.
Deze weg heb ik al onnoemlijk vaak gereden. Ik herken ieder bord en iedere afslag. Met mijn ogen dicht zou ik het kunnen rijden, ik doe het al meer dan 10 jaar. De breedte van de horizon bekijken. Genieten van gewoonten. Zo start ik mijn dagen.
Hij zit zijn stoel. Niemand anders zit daar ooit. Hij heeft zijn koptelefoon opgezet omdat hij verder niemand tot last wil zijn. Hij kijkt het programma dat hij al jaren volgt. Hij grabbelt in een bakje studentenhaver als een hamster dat zijn wintervoorraad wil veiligstellen. Zijn dagen na zijn pensioen zijn een aaneenschakeling van herhalingen en gewoonten. Zwemmen op maandagavond, kruiswoordpuzzels op zaterdagochtend. Een trip naar de garage bij een brandend lampje in de camper is een onderneming die nog dagen wordt besproken. Hij kijkt van naar zijn nootjes, naar de tv, naar zijn vrouw. Morgen staat de agenda weer vol met geroutineerde bezigheden. Het oud papier dat aan de straat moet, een wekelijkse trip naar het dorp omdat de voorraadkast moet worden bijgevuld. Macht der gewoonte. Zo vullen ze hun dagen.
Wanneer je eigen raam je uitzicht op de wereld wordt, krijg je oog voor de kleine dingen van het leven. Zo weet mijn oma ongetwijfeld te vertellen op welke dagen de buurvrouw van de zesde verdieping naar haar fysiotherapeut gaat en wanneer de zoon van meneer Van Dijk voor het laatst een bezoek heeft gebracht aan de flat, ooit gevuld met enkel bekenden. Waar iedereen nog op de Nieuwjaarsborrel kwam in de ruimte bij de postbussen. Tussen de koffie van half tien en de warme maaltijd tussen de middag aan de keukentafel bekijkt ze de straat. Gevangen in gewoonte. Zo slijt ze haar dagen.
Schoonheid van het leven zit in het zien van de kleine dingen.
Een scheef houten hek bij het krieken van de dag.
Die laatste amandel tussen de rozijnen van de studentenhaver.
De kleindochter van meneer Van Dijk die op een donderdagmiddag onaangekondigd aanbelt.