#55: Komkommersnijder

“Mijn vader geeft geld aan mensen.” Stiekem probeer ik de kinderen die bij ons over de vloer komen altijd een beetje uit te horen en te ontcijferen wat er zich ’s avonds bij hen thuis aan de eettafel afspeelt. Zo slinks als het kan uiteraard.
“Mooie jas, Nina! Van wie heb je die gekregen?”
– “Van mama.”
“Wat leuk dat mama met je gaat winkelen! Daar moet je moeder vast hard voor werken om zo’n mooie jas te kunnen kopen! Wat doet ze eigenlijk? En wat doet je vader?”

En daar kwam dus het fascinerende antwoord dat haar vader dus geld geeft aan mensen. Natuurlijk dacht ik aan een investeerder, een hypotheekverstrekker of een belangenbehartiger van de gulle giften aan één of ander goed doel. Een ambtenaar die over subsidies gaat voor mijn part. Maar verder wist ze er weinig van, dus ik besloot haar te vragen of ze soms ‘Hood’ van haar achternaam heette. Die grap landde niet en sowieso bleek ze Robin Hood niet te kennen, zo bleek een omslachtige uitleg later.

Een wedervraag vanaf de achterbank. “Wat ik doe? Nou, ik werk op een kantoor, met mensen die heel veel verstand van internet hebben. In Hilversum, op het Mediapark, waar ze televisie maken.” Meestal zijn de kleine kinderbreintjes bij het woord ’televisie’ afgeleid genoeg, maar deze dame wilde graag meer horen over wat ík daar dan deed. Ik verwachtte dat het begrip ‘office management’ ook niet direct zou worden begrepen, dus probeerde wat taken te omschrijven.

“Nou, ik zorg dat de telefoon netjes wordt opgenomen, ik lees de post en de emails en geef dan antwoord. Ik zorg verder dat mensen die een rekening sturen betaald worden en hou alles bij over de mensen met wie ik werk. Wanneer ze vakantie hebben enzo.” Ik word abrupt onderbroken door mijn dochter. “En ze snijdt de komkommer.” Kleine potjes hebben grote oren en blijkbaar heeft ze opgevangen hoe ik altijd vol zelfspot pretendeer een leuke baan te hebben, maar vooral door mijn collega’s wordt geprezen om mijn komkommer-snijd-capaciteiten.

Mijn moeder werkt al honderd jaar in een dierentuin. Dat is pas een fascinerende baan in de ogen van kinderen. In een pannenkoekenhuis zaten we met zijn viertjes aan tafel. Mijn moeder had ons een dagje meegenomen naar ‘haar’ dierenpark en onder het genot van een kinderpannenkoek met vruchtenhagel en snoepjes praatten we na over de dag. “Wat doe jij eigenlijk in de dierentuin?”, vraagt het vriendinnetje aan mijn dochter. Mijn moeder heeft deze grap al vaak gemaakt en antwoordde: “Olifantenbillen wassen.” Ze werd vol ongeloof aangekeken, maar het meisje was net niet mondig genoeg om ‘oma’ verder aan de (slag)tand te voelen. Ze zei dat ze ook wel een oma in de dierentuin zou willen hebben en at het zoveelste snoepje van haar pannenkoek.

Mijn vader zat bij de politie, bij de hondenbrigade. Als klein meisje kon hij mij niet blijer maken dan mij met de dienstauto met (liefst blaffende) honden op school af te zetten. Een stoere, lange vader met een blaffende herder: dan hoef je je geen zorgen te maken dat je wordt gepest. Ik keek enorm tegen hem op, ooit zou ik ook bij de politie gaan. Ik wist nog niet wat voor een agente ik worden wilde. Eentje te paard? Ook met een blaffende hond? Iets met kinderpolitie? Papa stak er een stokje voor, want zijn prinses mocht zich niet tussen de boeven bewegen. Ik ben benieuwd of hij net zo trots op mij zou zijn geweest op mijn komkommer-skills als mijn dochter.

Het is dinsdag, bijna etenstijd. Ik zet het meisje thuis af. De deur zwaait open en ik verwacht een “Gooooooeeeeedenavond!”, een kale kop en een naambordje met ‘Starreveld’ aan te treffen. Haar moeder doet echter open en ik vertel haar dat ze lief hebben gespeeld. Vandaag kom ik niet te weten wat Nina’s vader doet. We gaan naar huis en ik begin aan het avondeten. Eerst maar de komkommer snijden.

#55_Komkommersnijder

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

%d bloggers liken dit: