Het is zondag. Moederdag. Ik haat Moederdag. Echt. Ik vind het de eenzaamste dag van het jaar. Als single mama sta je dan je eigen ontbijt op een dienblad te zetten, dan snel weer in bed springen en vervolgens kan de kleine het dan naar komen boven brengen. Je moet oma of iemand anders inschakelen om te zorgen dat het kindje een cadeautje kan gaan kopen, want ze willen ook niet met lege handen aan het bed staan. Ik herinner me haar gezichtje toen ze met betraande oogjes zei: “sorry dat ik geen cadeautje voor je heb.” Het smurfje was toen 4 jaar oud.
Dit jaar is het nog een slagje stommer.
Het eerste jaar dat ze er niet is. Ze maakt dit jaar het ontbijt niet voor mij, maar voor haar. Het is de liefste bonusmoeder die ze zich maar kan wensen en ik weet zeker dat de liefde geheel wederzijds is. Ik gun het ze beiden, oprecht.
Ik zette koffie en nam een aspirientje, de Sauvignon nog in mijn bloed.
Jij maakt het ontbijt voor haar.
Zij krijgt de tekening die je vrijdag zo aandachtig zat te maken met zoveel hartjes als er maar op het papier pasten.
Half één. Nog geen appje.
Ik kan niet wachten tot ze straks thuis is. Ik stoor me aan mijn eigen misplaatste jaloezie.
Mijn tijdlijn vult zich met foto’s van blije moeders en mensen die hun moeder missen.
Ik mis mijn kind. Slechts 70 kilometer weg, maar nu zo heel ver bij mij vandaan.