Op het schoolplein zigzag ik tussen de achteromkijkende kleuters, moeders met haast en kinderen met tegenzin op hun gezicht achter mijn dochter aan. Haar rugzak is eigenlijk te groot, de neon-roze accenten steken fel af tegen de panterprint. Ze heeft deze Nel Veerkamp-achtige voorliefde voor de print al jaren en zo nu en dan geef ik haar haar zin.
Na het ophangen van de tas, het zorgvuldig plaatsen van alle etenswaar in de daarvoor bestemde bakken en een handdruk van de juf nestelde ze zich op haar plek.
“Oh, kijk mam! We hebben vandaag voor het eerst filosofie.”
Die middag blijkt het meteen haar lievelingsvak. Ik vroeg haar wat ze had geleerd en ze vertelde dat ze hadden gesproken over het verschil tussen wie je bent en hoe je heet.
Een paar weken later vullen we samen het vragenformulier in dat we gaan bespreken bij het omgekeerde oudergesprek met de juf. De eerste vraag is wat haar lievelingsvak is. Ze hoeft er niet over na te denken en schrijft ‘filosofie’ op. Ook de vragen erna over wat ze minder leuk vindt en wat ze nog wil leren vult ze braaf in. En we schrijven er zelf onder dat ze verdrietig wordt van de klassieke muziek tijdens ‘schrijven’.
Het is donderdagmiddag, half drie. Tien minuten mogen we praten met de juf.
Ik zie een kind tegenover de juf zitten dat ik niet ken. Ze is zichzelf niet, ze is zenuwachtig en ze komt moeilijk uit haar woorden. Haar juf is al oma, heeft ‘gedrag’ als extra expertise en heeft een vorm van natuurlijk ontzag, wel handig voor een klas met, laten we zeggen, een paar uitdagende leerlingen. En ze is ontzettend lief. De avond voor de eerste schooldag had mijn dochter nog gehuild omdat ze had gehoord dat ze een hele strenge juf kreeg, maar na een paar dagen was het al haar lievelingsjuf.
Mijn meisje wordt aan alle kanten doorzien en terwijl de juf praat over ‘een streber zijn’, je lat te hoog leggen en leren knokken bibbert de lip van mijn smurf onophoudelijk en vullen haar ogen zich met tranen. De juf tekent pieken en dalen en praat over leerprocessen, dat je juist moet oefenen met omhoog knokken en dat je zo de top kunt bereiken. Ze sluit af dat ze zeker weet dat ze gelooft dat deze leerling de absolute top kan bereiken. Er komt een kleine glimlach om de bibberlip.
We hebben al meer tijd in beslag genomen dan mocht, de volgende leerling zit al met haar moeder klaar op de gang. De toon klinkt afrondend, maar ik breng het laatste moeilijke punt toch ter sprake. De muziek. “Wil je het zelf uitleggen?”, vraag ik haar. Ze barst in dikke tranen uit. Ze kan het niet. Met moeite, tranen over mijn eigen wangen en met gebroken stem leg ik de juf uit dat de klassieke muziek haar verdrietig maakt omdat ze door de tonen moet denken aan het zusje dat ze vorig jaar ‘bij papa’ verloor. Het kindje dat in de buik niet gezond bleek te zijn en stierf. Het kindje dat een naam kreeg, een urntje en een grote plek in mijn dochters hart.
Ze breekt. Ze huilt met snikken en beantwoordt met knikken en korte woorden de vragen van de juf. “Heb je haar gezien? Was er een begrafenis?”. De juf zegt dat ze heel blij is dat ze nu weet, maar het jammer vind dat haar leerling er niet eerder iets van heeft gezegd. De juf snapt alles en samen spreken ze af dat er andere muziek komt tijdens de schrijfles. Met vogelgeluiden of die van de zee. Ik zit erbij en hou alleen de hand van mijn dappere meisje vast. Mijn god, wat ben ik trots op haar. Wat een groot mensje in een heel kleine verpakking.
Het is vrijdagochtend. De juf staat met haar koffie bij de ingang van de klas en we kletsen nog even door over het gesprek. Ze hoopt dat ze een bijdrage heeft kunnen leveren door iets te zeggen waardoor er een kwartje valt bij mijn strebertje. Dat ze leert dat ze fouten mag maken. Ik wil haar wel knuffelen.
Op de galerij bij mijn oma loop ik later die ochtend tegen juf Hanny op. Ze is de buurvrouw van oma en zo nu en dan kom ik haar tegen. Wat heb ik gehuild toen ik hoorde dat uitgerekend zij mijn juf werd. Juf Hanny, de strengste van de hele school, met die harde stem. Wat heb ik uiteindelijk een geweldig jaar bij haar gehad en gehuild toen het jaar voorbij was en ik ‘afscheid’ van mijn lievelingsjuf moest nemen. Dertig jaar later en juist vandaag kom ik haar weer tegen. Ik wil haar wel knuffelen. We kletsen over haar vakantiebungalow, over haar gezondheid en over mijn oma. Tot slot vraagt ze naar mijn dochter. “Het gaat goed met haar! Ze heeft dit jaar ook een juf Hanny”, zeg ik.