“Eef? Kun je even komen?”, roep ik vanuit de badkamer.
Ik hoor haar voetjes rennen door de gang. Zodra ze om de hoek van de badkamer komt, spring ik tevoorschijn met mijn groene kleimasker op mijn gezicht en roep ‘Boe’! Ze schrikt eerst en lacht daarna haar tanden bloot en glundert door haar nog slaperige ogen. Het is zondagochtend. Vandaag doen wij niets.
Wij zijn daar allebei erg gek op. Goed in ook. We rommelen in huis, hebben geen plan en laten de dag aan ons voorbij trekken. Geen haast.
Doen waar je zin in hebt, het is hier tot een hobby verheven.
Ik kijk naar mijzelf in de spiegel en het masker breekt voornamelijk op mijn voorhoofd. De horizontale rimpels zijn goed zichtbaar zo. Ik ben er trots op. Ze vertellen hoe mijn wenkbrauwen een groot deel van mijn leven omhoog werden getrokken, mij op die manier een open blik op alles gaven. Ik denk dat het krijgen van een kind nog het meest aan deze gelaatsuitdrukking heeft bijgedragen. Probeer maar eens boven een wieg te hangen, kleine woordjes uit te kramen en je wenkbrauwen omlaag te houden. Ik kan het in ieder geval niet. En zo trek ik al bijna tien jaar de kreukels in mijn gezicht voor mijn smurf.
Tien jaar al bijna. Nog even en zij wordt tien jaar. En ik veertig.
“Geef je een feest?”, vroeg een vriendin. Ik heb er uren aan besteed. Aan lijsten met genodigden, aan locaties, aan originele uitnodigingen, thema’s en begrotingen.
En weet je wat ik deed? Ik boekte een lang weekend naar zee. Met mijn bijna tien-jarige smurf. Lekker samen lachen, eten en praten. En twee kaartjes voor de Lion King, zodat ik mijn mini Chantal Janzen kan zien stralen.
En de rest van het jaar vier ik onze verjaardagen. Dan nodig ik vrienden uit, om beurten of in groepjes, dan kook ik of trakteer ik taartjes. Trek ik nog een flesje open. Dan luister en vertel ik en heb ik alle tijd en aandacht. Niet rennen met hapjes, geen vluchtige ‘hoe gaat het’-jes. Geen zaaltje. Ik ben tenslotte een heel jaar veertig, dus ik heb tijd zat. Geen haast.
Ik spoel de klei van mijn gezicht. Als ik mijn ogen open staat ze voor me en roept ‘Boe!’ met hetzelfde groene kleimasker op haar gezicht. Ik trek mijn wenkbrauwen zo hoog mogelijk op en kijk zo verschrikt en verbaasd mogelijk…