#91: (Be)schermtijd

Het is zaterdagavond en ik tel tot tien. En nog eens. Mijn pre-puber staart al uren naar een scherm, zucht en is futloos. Met geduld dat ik uit mijn tenen moet halen, vraag ik haar nogmaals dat-en-dat op te ruimen. Rollende ogen, ontwijkende blikken. Weer tot tien.

Het is het begin van de vakantie en de lade met broodtrommels is weer tot de nok toe gevuld. Uit een vergeten gymtas of achter de kapstok vandaan, uit alle gaten kruipen plastic bakjes en Doppers waar ik het bestaan van was vergeten. Nog één tas uit te pakken en de vakantie kan van start. Daarnaast heb ik mijzelf een hulp in de huishouding cadeau gegeven en wil ik dit ‘mijn-huis-is-klaar’-gevoel blijven vasthouden.

Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd. Mijn hoofd zit echter vol met ideeën, plannen en vooral met mensen. Wanneer je de juiste om je heen verzamelt, geven ze je rust en energie tegelijk. Mijn agenda vulde zich deze week met mijn meest dierbaren en zo zat ik avonden achtereen te delen. Mijn verhalen, mijn gedachten en mijn eten, want van elkaars bord prikken is nu eenmaal het leukste dat er is. En zo lag ik meerdere avonden glimlachend naar mijn plafond te staren, dankbaar voor mijn vriendschappen en fantaserend over toekomst. Vanavond valt er vooralsnog weinig te glimlachen.


Het is niet zij tegen mij of ik tegen haar. Wij zijn altijd samen tegen een probleem.

Ik ga op weg naar mijn bed en struikel over de tas. De laatste tas voor de vakantie. Hij ligt er nog. Voor iemand met een voorliefde voor rust en balans heb ik een bijzonder kort lontje en de optie om weer te tellen komt niet bij mij op. Ik loop naar kamer, zwaai de deur en zeg geïrriteerd: “Kom er maar uit!”. Ik denk dat ze nog niet sliep. Ik loop voor haar uit de kamer uit en begin aan te wijzen welke van haar spullen allemaal niet zijn opgeruimd. Met afhangende schouders en op een slakkentempo ruimt ze haar spullen op. Vanuit een helikopterview zie ik mijzelf staan en betrap ik mijzelf erop dat dit niet goed is. Ik kén mijn kind, dit is niet wie zij is. Dit is niet wie ik ben. Het is niet zij tegen mij of ik tegen haar. Wij zijn altijd samen tegen een probleem.

En zo belandden we op de late avond op de bank. We blijven in het donker zitten, omdat dat nu eenmaal soms makkelijker praat. We praten over vriendschappen en verwachtingen waar soms niet aan voldaan wordt. Over wat een beste vriendin is en wat je eigen aandeel in vriendschap is. 

Het is zondagochtend. Ze heeft lekker geslapen en loopt direct naar de tas die nog opgeruimd moest worden en waar we vannacht over hebben afgesproken dat die er best tot vanochtend kon blijven liggen. Ze tovert er de laatste broodtrommel voor de zomer uit. Dan ploft ze op de bank waar ik al met een kop koffie en mijn telefoon in de hand de dag ben begonnen. Ik lach om een post die ik zie en tip mijn pre-puber om ook ene bepaald Instagram account te volgen. De wasmachine is klaar. De hamster wil ontbijt. Mijn dekbed wil ik uit het raam hangen. En zo rommel ik de zondag in. Ik verheug mij op vanmiddag. Lekker verhalen, gedachten en eten delen met een vriendin. Bij mij thuis, want dan kan dochterlief ‘gewoon haar ding doen’. Zal wel iets met een scherm zijn. 

Scherm
#91: (Be)schermtijd

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

%d bloggers liken dit: