#38: Oma’s met iPads

“Bij bruiloften en begrafenissen moet je altijd zorgen dat je niet in de eerste auto zit.”

Het is het zoveelste grappige advies van de leukste bejaarde van Nederland. Het is zaterdagochtend, een uur of elf. Het was een uitspraak van haar vader, zegt oma. Hij had wel meer vreemde uitspraken. En hij was vooral nogal eigenwijs. Dat is een eigenschap die inmiddels vier generaties verder nog steeds hardnekkig wordt doorgegeven. Zo klaagt oma over haar mobiliteit, maar weigert ze mij de koffie uit de keuken te laten halen. Ze moet bezig blijven, zegt ze.
Inmiddels is de buurvrouw op eigen uitnodiging binnengekomen en kletsen de twee bejaarde dames over zorg, kwaaltjes en de buren. “Als ik mijn stoel zit, voel ik mij nog zeventig.” Heerlijk. Mijn negentigjarige oma weet het weer leuk te brengen.
Bezig blijven.

Je bent nooit te oud om te leren. Oma en de buurvrouw, die overigens ook mijn oude juf van de basisschool is, kletsen druk verder in de kamer. De juf is onder de indruk van oma’s rollator, van haar creatieve zelfgemaakte kaarten en de hoeveelheid truitjes die oma voor ‘de arme kindertjes’ heeft gebreid. Dan showt oma vol trots haar iPad. “Je moet ook een iPad kopen”, zegt oma. “Kost maar € 400,-“, zegt ze sarcastisch. Juf Hannie weet het niet zo goed, want juf Hannie heeft een recreatiewoning die ook genoeg kost en daar moet de tuin worden onderhouden enzovoort, enzovoort. Volgens oma moet je jezelf af en toe kietelen, omdat de buurman het niet doet. De juf vertelt mijn dochter dat ik als klein meisje bij haar in de klas zat. Mijn dochter is niet onder de indruk. Dan beloof ik de juf dat ik mijn broer de hartelijke groeten doe en zal zeggen dat ze nog steeds het krantenartikel waarin hij lovend over haar praat in een plakboek heeft bewaard. Bij de voordeur bespreken we nog even wie voor haar leeftijd de mooiste haarkleur heeft.

Ik kijk naar de dames en glimlach. Ze lijken meer op elkaar dan ze denken. In ieder geval allebei stronteigenwijs. En voor beiden hoop ik dat ze nog lang niet in de eerste auto terechtkomen. Een bruiloft zit er toch niet meer in…

#38_oma's met ipads

#37: Het spijt me

Donderdagnacht. Vijf over twaalf. Vrijdag dus eigenlijk. Als ik de lichten heb uitgedaan in de woonkamer en de verwarming op achttien graden heb gedraaid, loop ik door de gang van mijn nieuwe appartement en loop naar mijn slaapkamer. Ik kan mijn bed niet in. Het is gevuld met twee slapende prinsessen. Het is het tweede logeerpartijtje van deze herfstvakantie. Daar ligt ze. Ze murmelt iets en droomt overduidelijk. Ik geef haar een kus op haar voorhoofd en zeg dat ik van haar houd. En dat het mij spijt. Vanavond nog viel ik tegen haar uit en stuurde haar huilend naar bed. Drie keer hetzelfde herhalen werkt mij enorm op mijn zenuwen. Ze kwam terug om haar excuus te maken en ik verwierp dat met de mededeling dat ‘spijt’ weinig waarde had als het te pas en te onpas wordt ingezet.

Ik herinner mij dat ik vroeger snel een ‘het spijt mij en ik zal het nooit meer doen’ riep als ik op mijn kop kreeg van mijn moeder. Mama vond het vervelend als ik zo reageerde, want zeg eerlijk: veel valt er daarna niet meer tegen in te brengen.
Mijn oma vindt mij enorm streng en vertelt mij regelmatig over de discussie tussen haar en opa. Opa vond dat oma veel te gemakkelijk was voor de kinderen en was van mening dat de kinderen ook wel eens konden helpen afwassen.
De logeer-vriendin van mijn dochter die gisteren in mijn bed lag (een ander dan vandaag overigens) vertelt dat zij thuis moet afwassen, stofzuigen en afstoffen. Voor vijftig cent per klus, dat wel. Mijn smurf ziet dit concept wel zitten en oppert zichzelf direct op als mijn nieuwe hulp in de huishouding.
Ik geef haar nog een kus en zeg haar dat het mij spijt en ze mompelt iets onverstaanbaars terug. Daar ligt ze. Mijn onvoorwaardelijke liefde, degene die mijn hele hart heeft en degene die het moet bezuren als ik kribbelig ben omdat ik niet het hele hart heb van iemand anders. Even kijk ik nog naar haar zoals ik dat als zeven jaar iedere avond doe. Dan kruip ik in haar hoogslaper en neem mij voor morgen aan haar uit te leggen dat de gebroken nacht ervoor op de bank mij een prikkelbaar moedermonster heeft gemaakt en dat ik spijt heb dat ik dat op haar afreageerde. En dat ik het nooit meer zal doen.
En ik neem mij voor dit niet zo vaak te herhalen dat het zijn waarde verliest.
En daarna mag ze afwassen…

#37_het spijt me

#36: In het diepe

Woensdagmiddag, 13:58 uur. Herfstvakantie. Menig ouder heeft zich weer laten verleiden om de middag door te brengen in dit lawaaierige tropische zwemparadijs in mijn nieuwe Leusdende dorp. Aan de kassa bestel ik twee kaarten voor de dames en vertel de dame achter het glazen raam dat ikzelf lijdzaam de tijd zal uitzitten tot de BFF’s het voor gezien houden. “Wilt u in het zwembad plaatsnemen of in het restaurant?”, vraagt ze. Ik stel mij zo voor dat dit te maken heeft met het wel of niet verstrekken van blauwe schoencondoompjes, maar blijkbaar mag je voor de helse, hete, kabaal variant nog twee euro bijbetalen. Prima. Ik heb een grote-mensen-boek mee en besluit mij zo goed en kwaad als het gaat af te zonderen voor de geluiden van buitenaf.

Ik kreeg dit boek van één van mijn eigen BFF’s die (zeer terecht) vond dat ook ik wel het een en ander zou kunnen leren over ‘het loslaten wie je denkt te moeten zijn’. Diep voor in het zwembad, dat ben ik met je eens.
Ik heb Evy’s doosje met schattige post-its meegenomen en een pen die het niet blijkt te doen. Ik lees het voorwoord en ik lees de inleiding. Vierentwintig pagina’s en drie post-its verder, lees ik iets wat mijn aandacht grijpt: wanneer je een dip hebt, is het beschreven type (ik dus) geneigd het volgende te doen: Doorbijten, Inschikken en Ploeteren.
Maar men zou dus het volgende moeten doen: Duidelijkheid creëren, Inspiratie opdoen en Positieve actie ondernemen.
En dus besluit ik op deze helse woensdagmiddag in de herfstvakantie, temidden van al die schaamteloze mensen met kinderen die teveel decibellen produceren in een naar chloor stinkende omgeving, te doen wat ik zojuist leerde: inspiratie opdoen en positieve actie ondernemen.
Dag diep en deprimerend boek.
Hallo lief notitieblok.
Het diepe bewaren we wel voor buiten het zwembad…

#36_in het diepe

#35: Kwetsbaar

Zorgvuldig wikkel ik mijn dierbare spulletjes in het krantenpapier. Sommige stukken draag ik al jaren met mij mee. Een klein vaasje van oma is voor mij een groot bezit. Ik rol het voorzichtig in een huis-aan-huis blad van vorige maand. Ik hecht weinig waarde aan materialistische zaken of uiterlijk vertoon. Misschien zou dat anders zijn als ik klakkeloos mooie spullen kon kopen. Mijn auto bijvoorbeeld heeft ook een deuk of wat, niet door mijn toedoen overigens. Die deuken zaten er al in.

Zelf ben ik ook een gedeukt exemplaar, door de jaren heen laten ‘dingen’ sporen na. Meestal zijn die dingen echter mensen. Sommigen verdwijnen uit je leven en laten een groot gat achter. Het donkere gat dat achterblijft wanneer je de belangrijkste man van je leven verliest, blijft onopvulbaar groot. Het kan niet met roze wolken worden gevuld. Ik heb het te vaak geprobeerd.

Mijn grote mond overschreeuwt de tafel. Als altijd voer ik het hoogste woord. Luid ook. Ik maak grapjes en lach. Nog een biertje, grove humor. Ik ben goed met mannen en deze tafel zit er vol van. We eten ‘echte’ burgers en nemen nòg een biertje. De whiskey sla ik even over. Mijn mannen zijn te gek. Als enige vrouw op kantoor vol jonge honden mag ik een beetje over ze moederen. Meestal komt het erop neer dat ik als ‘bedrijfsoma’ belachelijk word gemaakt en ook mijn kwakkelende zicht en gehoor is vaak een onderwerp van pesterijen. “De Mol” is zelfs mijn nieuwe bijnaam.

Het geeft niets. Ik heb een dikke huid. Ik heb mijzelf zorgvuldig in krantenpapier ingepakt. Nog een extra pagina erbij. Gewoon om zeker te zijn. Lekker veilig achter deze laag lach ik mij door het leven. Ik roep “Goed!” of “Zijn gangetje!” op iedere hoe-gaat-het. Om maar gauw “Met jou?” te vragen zodat ik snel uit de spotlight ben.
Het gevaar hiervan ben ik mij terdege bewust en komt af en toe in pijnlijke gesprekken boven. Misschien verschuil ik teveel, te bang om kwetsbaar te zijn.
Het is een schril contrast met de aandachtvragende gangmaker die nooit iets van het feest wil missen.

“Sorry, maar ik kom vanmiddag niet naar jullie feestje, ik zit niet lekker in mijn vel.” Ik lees het bericht nog eens. Het is niet aardig om een uitnodiging af te slaan, maar ik verstuur het toch. Vandaag heb ik geen zin om “Zijn gangetje!” te roepen.

Ik wikkel het doosje met daarin haar eerste tandjes in een van de folders die onlangs op de mat van mijn tijdelijke huis viel.
In mijn nieuwe huis neem ik een ‘nee-nee’ sticker. Vanaf volgende week, dan pak ik alles heel voorzichtig weer uit.
Inclusief mijzelf.

#35_Kwetsbaar

#34: Dark horse

Zondagmorgen, half tien. Koffie voor mij. Zij neemt cornflakes dus heeft aan de melk daarvan genoeg. De tablet op de leuning van de bank. Ze zoekt clips van Taylor Swift, want ze is al zeven.

Gisteren deden we onze boodschappen. Ze danste door het winkelcentrum en zong in haar eigen Engels de hits van nu. Ik liep een paar meter voor haar uit. Als vanzelf liet ik mijn rechterarm iets wijder naast mijn lichaam vallen en opende mijn hand. Altijd volgt haar kleine handje dan in de mijne. Er gebeurde niets. Ik keek achterom en zag haar lopen. Ze was nog niet gewend aan de hakjes onder haar nieuwe, zo gewenste zwarte cowboylaarsjes. Wat onwennig klonken haar stappen door de straat. Ze liep als een model, oefende duidelijk haar ‘loopje’ en droomde vast van haar eerste optreden. Haar hand volgde niet in de mijne en ik miste haar.

De klanken van een vals-als-een-kraai zingende Katy Perry wannabe vullen inmiddels de huiskamer. Verhuisdozen en rommel sieren de rest.
Soms verlang je jaren naar iets nieuws.
Soms is verandering je grootste wens.
Soms wil je angstvallig dat alles blijft zoals het was.

Ik kijk naar haar. Haar ongeborstelde haren vallen over het shirt dat ze gisteren al droeg en waarin ze naast mij op de bank in slaap viel. Ze moest het hemd gisteren van mij aan, tot haar grote ergernis. Ik vind haar veel te jong voor een blote buik in een crop top.
Dan slaat ze haar handen voor haar ogen bij de ‘Bad blood’ video van haar zo geliefde Taylor.
“Vind je het eng?”, vraag ik.
– Nou, alleen dit stukje maar hoor.

Opgelucht haal ik adem.
Goed zo meisje.
Blijf maar lekker klein.
Blijf maar hoe je was.
Bleef alles maar zoals het was…

De tablet klapt ze dicht.
“Mam? Zullen we met Little Pet Shop spelen?”
– Graag, lieve schat. Graag.

#34_Dark horse

#33: Tommy

“Hey Tommy”, zeg ik hardop. Ik was verbaasd hem hier te zien. Het huis klinkt hol, het is er koud. Ik kijk de kamer rond en zie hem ineens achter de verwarming verscholen. Bijna had ik hem hier achtergelaten. Mijn Tommy. Ik heb zoveel met hem meegemaakt, mijn troost in bange dagen. Ik zeulde hem mee als ik vroeger weer een paar nachtjes in het ziekenhuis moest blijven. Of als ik moest plassen. En als ik op vakantie ging. Of naar ritmisch gymmen. Jaren later heb ik Tommy weer naar het ziekenhuis gebracht en hem aan het ziekenhuisbed van mijn vader gehangen. Ik hoopte dat mijn knuffelaap ook troost aan hem kon geven toen de rollen 20 jaar later waren omgedraaid en ik aan mijn vader’s bed zat om zijn hand vast te houden. Het mocht niet baten.

In dit huis heeft Tommy zijn krachten niet kunnen laten gelden en dat is maar goed ook. Dit huis kent geen verdriet en voor het eerst trek ik een voordeur achter mij dicht zonder dat het huis vooral tranen van mij heeft gezien. In dit huis heb ik gelachen en geleerd. Dit huis bood mij en Eef een jaar lang een plek om samen uit te kijken naar ons nieuwe thuis. Al een week slapen we er nu. De lawaaierige jongens onder mijn raam kunnen de pret niet drukken. De buurvrouw met verstandelijke beperking en de oma van de vierde verdieping grijpen weer hun kans om een praatje te maken als ze mij met mijn spullen zien slepen. Kerstbomen, een jaaropgave uit 2009, een ‘schilderij’ van Eef, een slee, een kruimeldief. En Tommy. Ik besluit hem niet in de berging op te ruimen, maar hem mee naar binnen te nemen.

Ik zoek naar mijn hardloopshirt en geef het na drie minuten op. Leusden zal het met een niet bijpassend trainingsjack moeten doen. Ik trek de voordeur achter mij dicht en laat mijn schoenen kennismaken met de wijk. Het overvalt mij ineens dat het nu echt klaar is. Ik huil een beetje terwijl ik mijn eerste kilometers loop, in een nieuw dorp, met een nieuwe toekomst voor ogen. Als ik binnenkom ligt hij op de bank, waar ik hem had neergezet. “Precies op tijd, Tommy”, zeg ik hardop…

#33_Tommy

#32: Nieuwe sleutels

Ik krijg ze ieder jaar, soms vaker. Meestal omdat ik ze kwijt ben, maar dit keer van ons nieuwe huis. Het is mijn allereerste eigen huis. De eerste keer dat alleen ik de voordeursleutel heb en zelf bepaal wanneer ik er uit wil. Dat is inderdaad triest op je 37ste. Na samenwoon-avonturen, huisgenoten, noodgedwongen onderhuur en lief aangeboden tijdelijke ruimte, is het dan eindelijk MIJN huis. En van Eef natuurlijk.

Eef en ik zijn fanatiek met inpakken begonnen, wat ons betreft kan het niet snel genoeg gaan. Nog 27 nachtjes.
“Wil je dit bewaren?”, vraag ik haar terwijl ik een mobiel omhoog houd dat ooit in haar eerste slaapkamertje boven haar wiegje bungelde. Vastbesloten knikt ze.
– Ja, die wil ik écht bewaren!
“Waarom? Die ga je toch niet meer ophangen in je nieuwe kamer?
– Nee, mam, maar dat vind ik écht heel leuk om te bewaren. Als herinnering uit mijn jeugd.
Ze zei het echt. Een kind van zeven dat nu al herinneringen spaart uit haar ‘jeugd’. Ik lachte naar haar en herken mezelf in haar passie om vast te houden waar je een goed gevoel bij hebt. Om herinneringen te koesteren. Mijn eerste is vanachter een plastic zeil. Ik zit in de buggy en zie op ooghoogte de druppels op de vensterbank van de gymzaal vallen. We wachten op mijn grote broer, de school is bijna uit. In het hok achter mama staan de skelters, van grauw grijs ijzer. Sommigen hebben een houten plank waar je achterop kon staan.
En houten stelten.
En gekleurde hoepels.
En stinkende pittenzakjes.
Pittenzakjes is een woord dat je na schooltijd niet meer gebruikt.
Net als ‘gemeenschapsruimte’. (Daar krijg je na je eerste biologieles seksuele voorlichting hele andere beelden bij. Tenminste ik, misschien zegt dat iets over mij.) Of ecoline. Klassendienst.

Verstopt in mijn hoofd zitten woorden, dingen en mensen. Soms ben ik mensen vergeten tot een stem uit het verleden weerklinkt. Van sommige dingen ben ik het bestaan vergeten tot het ineens weer op mijn netvlies staat. Ik weet niet meer hoe het platte zeefje heet waar je met een in ecoline gedoopte tandenborstel over heen moest wrijven om mooie spetters te krijgen, ik weet alleen dat het bestaat..
Ik ruim haar spullen verder op. Weer een schrift en weer zestien tekeningen. Stiekem friemel ik ze in de prullenbak.
Een briefje waarop haar BFF schrijft dat ze zonder haar liever dood zou zijn. Shocking.
Een pop gehuld in de babykleertjes die ik meteen had gekocht nadat ik hoorde dat zij een meisje was.
Ze moet allang naar bed. Samen snuffelen we nog even verder door de spulletjes het kamertje waar we een jaar herinneringen hebben gemaakt.
Een Spaanse schoen met kapotte hak gaat in de prullenbak.
De gekleurde visjes bungelend aan de mobiel gaan in de doos, ze mogen mee naar het volgende huis.
Net als alle herinneringen.

#32_Nieuwe sleutels

 

#31: We worden oud. Gelukkig.

Een jongen op een bankje.
Een man op een mountainbike.
En twee auto’s.
Meer kom ik onderweg niet tegen.
Het is zaterdagnacht, drie uur.

Ik fiets zo hard als mijn trappers zich laten draaien. Vijf wijntjes geleden op de heenweg was het een stuk drukker. Mijn haar zat toen nog goed.
Vanavond zetten twee vrouwen een punt achter een tijdperk. Vele jaren waren zij de eigenaressen én dus visitekaartjes van de leukste kroeg van de stad.
Nog één keer een feest.
Nog één keer op tafel dansen.
Nog één keer de gekleurde lichten vangen met je gezicht terwijl ze luidkeels ‘girls just wanna have fun’ meezingen. Ja, girls just wanna have fun. Maar vrouwen willen ’s nachts slapen en meer tijd voor hun gezin en geliefden. Met de één zat ik gelijktijdig in de brugklas, de ander is ook de ex van mijn dochter’s vader. We proosten op hem en maken grappen over hem en over toen. Tijdens onze eerste ontmoeting was ik hoogzwanger van hem en zij was inmiddels zijn vriendin. We hadden een roerige tijd, maar zie ons nu ‘volwassen en wel’. Ik vind haar nu leuker dan hem. Ondertussen staat de volgende eigenaresse van 23 lentes jong achter de bar en schenkt ons de wijntjes in. Ik zie oude bekenden, ik klets bij en ik voel me oud.
Mijn eerste vriendinnen zitten aan de botox, ik heb vandaag al twee verschillende gesprekken gevoerd waarin het woord ‘overgang’ voorkwam en het eerste gesprek aan de bar ging over welke scholen goed zijn voor onze kinderen. Ik heb gympjes aangetrokken omdat een hele avond op stiletto’s niet meer aankan. Ik hoor een nummer dat ik niet ken en een vriendin schreeuwt verbaasd een “Ken jij dit niet?” in mijn oor.

Voor alles is een eerste keer. Deze week waren het er vele.
De eerste schooldag op een nieuwe school.
Mijn eerste run van 12 kilometer.
Amalia voor het eerst op de fiets naar de brugklas.
Ik mocht voor het eerst een tand trekken uit het lieve smoeltje van mijn meisje.
Het schiet allemaal door mij heen op de fiets naar huis. Ik wil gewoon naar huis. Mijn voeten doen zeer en de wijn was ruimschoots voldoende. Het is goed zo. Ik fiets zo hard ik kan. Een wolkbreuk zorgt ervoor dat ik alsnog op de laatste kilometer drijfnat regen.
Vijf voor half vier. Een broodje hagelslag aan mijn aanrecht in plaats van een shoarmatent om vijf uur.
Een glas water in plaats van een shotje.
Tanden poetsen en naar bed in plaats van mee blèren met het laatste nummer.
Bedankt meiden, ik heb jullie niet eens meer gedag gezegd. Als een dief in de nacht sloop ik er tussenuit. Het gaat jullie goed. Dat jullie maar heel oud en gelukkig mogen worden. Maar ach, eigenlijk zijn we dat al.

#31_We worden oud. Gelukkig.
#31_We worden oud. Gelukkig.

#30: Klankschalen

Vrijdagochtend. 10:00 uur. Twee koffie op het terras van de sauna. Musjes op de rand van de tafel, vriendelijk lachende serveersters en het leukste gezelschap tegenover mij. Ohja, en een oorverdovende elektrische grasmaaier. Het maakt niet uit, vandaag ben ik zen. Zelfs het oude koekje krijgt mij niet gek. We maken grappen. De zon schijnt.

Ietwat ongemakkelijk sta ik even later halfnaakt in het restaurant als de vriendelijke serveerster met haar uitzuigsetje mijn wespensteek behandelt. Godzijdank onderaan mijn rug, het had erger gekund. Een blauwe pleister later strijken we neer op het volgende terras waar ik zo nu en dan een soort zwanenmeer voorstelling geef, zodra er weer zo’n geel-zwart beest mijn tomatensoep met mij wil delen. Gelukkig wappert mijn lief met het sportkatern van de krant al het gevaar bij mij weg. Held.
Terwijl hij besluit alle ins en outs over de Duitse Bundesliga tot zich te nemen, reserveer ik bij de receptie de “klankschaalsessie”. Geen idee wat ik daarvan moet verwachten, maar ach.

15:00 uur. Wanneer we de ruimte binnenkomen staat een niet slecht uitziende man wild met zijn armen achter te bar te zwaaien. Hij stelt ons gerust dat hij niet gek is, maar blijkbaar hebben vliegen dezelfde zwanenmeer uitwerking op hem. Door een gordijn van glimmende kralen betreden we een relaxruimte waar heerlijke ligstoelen uitnodigend klaarstaan. Op de tafel staan kommetjes en dingetjes die je eerder in de rode kamer van Mr. Grey zou verwachten. In onze badjassen nemen we plaats. De bar-meneer is tevens de klankschalenspeler. Hij legt uit dat dit een ontspanningsmethode is die door Tibetaanse monniken wordt gebruikt om te mediteren. Het zal wel. We ‘mogen’ onze ogen sluiten. Pling! Plong! De eerste twee minuten doe ik moeite niet te lachen. Langzaam ontspan ik. De pling-plong meneer loopt op blote voeten tussen ons door. Met zijn kommetje bij mijn oor slaat hij er op los. Ik ga op in de geluiden. De dikke dame tegenover mij besluit op haar zij te gaan liggen en produceert eigen klankgeluiden wanneer haar lijf zich los probeert te maken van de plakkerige imitatie lederen stoel. Ik ben iets minder zen. Ik vraag mij af of deze meneer eerst barman was en zich via een LOI cursus tot deze geluidenspecialist heeft bekwaamd of dat hij na een studie yoga een extra certificaat “klankschalenspeler” heeft behaald. En toevallig thee kan zetten. Ik jaag deze gedachten gauw uit mijn hoofd en concentreer mij verder op de triangel, watergolven, wind, gong en plongs. Twintig minuten later zegt de meneer dat we wakker ‘mogen’ worden en zet hij ons aan de thee.

Daarna nog één bubbelbad.
Nog één insectensteek.
Daarna nog één heldhaftige redding van mijn lief door mij kopje onder te duwen in de hottub als er wederom een beest op mij neerstrijkt.
Wat een heerlijke dag. We rijden totaal ontspannen en zwijgend genietend naar huis. Als twee Tibetaanse monniken.

#30_Klankschalen
#30_Klankschalen

#29: Gestreken ondergoed

Vrijdagochtend. Het belooft een zonovergoten dag te worden. Ik sta te strijken. Zelfs de onderbroeken. Prachtige stapeltjes en vooraf gecombineerde setjes. Waterpas liggen ze op de vensterbank. Klaar om dé vakantietas in te gaan. Niet mijn vakantietas overigens, die van haar. Normaliter strijk ik natuurlijk geen onderbroeken, frommel ik ook de hemden linea recta de la met ondergoed in, maar ik laat ze aan ‘de andere kant’ graag geloven dat ik een onberispelijk georganiseerde machine ben.

De deurbel. 09:10 uur. Ik open de deur voor de knappe Eneco meneer die 50 minuten te vroeg de nieuwe energiemeter komt plaatsen. Direct heb ik spijt van mijn niet zo onberispelijke uiterlijk en werp snel een blik in de spiegel als ik koffie voor hem zet. De mascara van gisteren laat zich gelukkig gemakkelijk wegvegen dus de donkere kringen onder mijn ogen verdwijnen als sneeuw voor de zomerse zon.
“Wil je er iets in?” roep ik. Hij wil een beetje melk. Gelukkig heb ik onlangs een feestje gegeven waarbij iedereen moest denken dat ik enorm onberispelijk en georganiseerd was, dus heb ik zowaar een melkcupje in huis waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum nog niet is overschreden. Als ik hem zijn koffie breng, zie ik zijn helm in de gang liggen. Ik grap “zo, je bent goed voorbereid” en hij overtreft mij met zijn “jaja, ik ken je nog niet zo lang”. Ik lach en passeer hem om boven de zwemtas voor vanmiddag in te pakken. Ik gooi een paar handdoeken in een tas. Ze passen niet bij elkaar. Mijn slippers matchen niet met mijn outfit en mijn haar is ongekamd. Dat is vandaag niet belangrijk. Vandaag geniet ik met haar van de zon, het zwembad en van elkaars gezelschap. Nog even samen voordat ze met haar keurige georganiseerde tas, haar niet zo onberispelijke moeder voor twee weken verlaat.

Fijne vakantie allermooiste, maak er maar een gezellige bende van.

#29_Gestreken ondergoed
#29_Gestreken ondergoed